"Sallow" is een bijvoeglijk naamwoord.
/sæl.oʊ/
"Sallow" kan in het Nederlands worden vertaald als "vale" of "bleek".
"Sallow" beschrijft een ongezonde of ongewenste kleur van de huid, meestal een gelige of doffe tint, die kan duiden op ziekte of vermoeidheid. Het woord wordt voornamelijk gebruikt in geschreven context, zoals literatuur of medische teksten, maar het kan ook in mondelinge spraak voorkomen.
Voorbeeldzinnen: - After spending weeks in the hospital, he looked sallow and weak. - Na weken in het ziekenhuis te hebben doorgebracht, zag hij er sloom en zwak uit.
"Sallow" is niet gebruikelijk in idiomatische uitdrukkingen, maar het kan worden gebruikt in poëtische of literaire contexten om een gevoel van ziekte of aandacht te scheppen.
Voorbeelden: - She emerged from the shadows with a sallow face that told a story of sleepless nights. - Ze kwam uit de schaduwen tevoorschijn met een vale gezicht dat een verhaal vertelde van slapeloze nachten.
Het woord "sallow" stamt uit het Oudengels "salu" of "saluwe," dat 'geel' of 'somen' betekent. Het heeft wortels in het Germaanse en mogelijk ook in het Latijnse woord "salvus," wat 'gezond' betekent, hoewel de betekenis in het huidige gebruik een tegenovergestelde connotatie heeft.
Synoniemen: - Pale (vaal) - Wan (bleek) - Anemic (bloedarm)
Antoniemen: - Rosy (rozig) - Vibrant (levendig) - Healthy (gezond)