"Tabulating" is een werkwoord en is de tegenwoordige deelwoordvorm van het werkwoord "tabulate".
De fonetische transcriptie van "tabulating" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈtæbjʊˌleɪtɪŋ/.
"Tabulating" kan in het Nederlands vertaald worden als "tabuleren".
"Tabulating" betekent het proces van het organiseren van gegevens in een tabelvorm. Dit wordt vaak gebruikt in statistiek en informatica om gegevens te analyseren en te presenteren. Het woord wordt zowel in geschreven als gesproken taal gebruikt, maar het komt vaker voor in formele en academische contexten, zoals rapporten, onderzoeken en presentaties.
"De onderzoekers zijn de resultaten van het experiment aan het tabuleren."
"She spent hours tabulating the data from the survey."
"Tabulating" wordt niet veel gebruikt in idiomatische uitdrukkingen. De constructies waarin het woord voorkomt, zijn meestal letterlijk en technisch.
Echter, hier zijn enkele voorbeelden waarin "table" als basis wordt gebruikt, dat verwant is aan "tabulating":
"Laten we al onze kaarten op tafel leggen."
"She turned the tables on him."
"Zij draaide de rollen om."
"It's time to table the discussion."
"Tabulating" is afgeleid van het Latijnse woord "tabula," wat "tabel" of "plank" betekent. Het woord "tabulate" begon in de Engelse taal rond het begin van de 19e eeuw, en het heeft een technische connotatie die verband houdt met de presentatie en organisatie van gegevens.
Synoniemen: - Organizing - Arranging - Summarizing
Antoniemen: - Disorganizing - Distorting - Confusing