"Tattooing" is een zelfstandig naamwoord.
/tæˈtuːɪŋ/
De vertaling van "tattooing" in het Nederlands is "tatoeëren" of "tatoeërkunst".
"Tattooing" verwijst naar het proces van het aanbrengen van tatoeages op de huid, een praktijk die al eeuwenlang bestaat en in verschillende culturen voorkomt. Het wordt vaak gebruikt in zowel geschreven als gesproken contexten, met een lichte voorkeur voor gebruik in geschreven vorm, zoals in artikelen over kunst, mode, of lichaamsverzorging.
Het woord "tattooing" komt regelmatig voor in gesprekken over lichaamskunst, persoonlijke expressie en cultuur.
Tattooing has become a popular form of self-expression.
(Tatoeëren is een populaire vorm van zelfexpressie geworden.)
Many people start tattooing at a young age, drawn to the art and meaning behind it.
(Veel mensen beginnen al op jonge leeftijd met tatoeëren, aangetrokken door de kunst en betekenis erachter.)
The art of tattooing requires skill, patience, and creativity.
(De kunst van het tatoeëren vereist vaardigheid, geduld en creativiteit.)
Hoewel "tattooing" zelf niet vaak voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, kan het concept van tatoeages in bredere zin worden geïntegreerd in verschillende uitdrukkingen.
To wear your heart on your sleeve (or skin)
(Je hart op je mouw (of huid) dragen) - dit betekent dat je je emoties en gevoelens openlijk toont, zoals bij tatoeages die persoonlijke verhalen of emoties uitdrukken.
Ink your skin
(Tatoeëren) - informeel gebruik dat zich richt op het proces van het tatoeëren zelf.
Example: He decided to ink his skin with a symbol of freedom.
(Hij besloot zichzelf te tatoeëren met een symbool van vrijheid.)
A tattoo is a permanent reminder of a moment in time.
(Een tatoeage is een permanente herinnering aan een moment in de tijd.)
Example: For her, getting a tattoo is a way to mark important life events.
(Voor haar is een tatoeage een manier om belangrijke levensgebeurtenissen te markeren.)
Het woord "tattooing" is afgeleid van het Polynesische woord "tatau", dat "tekenen" of "markeren" betekent. Het is door de kolonisten in de 18e eeuw in de Engelse taal geïntroduceerd, vooral na de verkenning van de Stille Oceaan.