"Tensility" is een zelfstandig naamwoord (noun).
De fonetische transcriptie van "tensility" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /tɛnˈsɪlɪti/.
Tensility kan vertaald worden naar het Nederlands als "treksterkte".
"Tensility" verwijst naar de eigenschap van een materiaal om onder spanning of trek kracht uit te rekken zonder te breken. Het wordt vaak gebruikt in de context van materialenwetenschap en mechanica. Het woord wordt meestal in technische of wetenschappelijke teksten aangetroffen, en de gebruiksfrequentie is hoger in geschreven contexten dan in mondelinge spraak.
De treksterkte van het materiaal bepaalt de geschiktheid voor verschillende technische toepassingen.
Researchers are studying the tensility of new alloys to improve performance in high-stress environments.
Het woord "tensility" zelf wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen. Het woord valt binnen een specialistisch domein, maar in de context van wetenschappelijke en technische gesprekken kunnen verschillende termen en zinnen die gerelateerd zijn aan treksterkte worden gebruikt.
Het concept van treksterkte is cruciaal bij het ontwerpen van bruggen die zware lasten kunnen weerstaan.
Engineers must consider the tensility of materials when creating structures to ensure safety and durability.
Het woord "tensility" is afgeleid van het Latijnse woord "tensio", wat "spanning" betekent, gecombineerd met het achtervoegsel "-ity", dat een staat of eigenschap aanduidt. Het gebruik van de term dateert uit de 19e eeuw toen de technologie en wetenschap zich verder ontwikkelden.
In samenvatting is "tensility" een technisch begrip dat breed wordt toegepast in de wetenschap van materialen en engineering, met een duidelijke definitie en gebruik in vakgebieden die zich bezighouden met de sterkte en eigenschappen van materialen.