Het woord "Confessor" is een zelfstandig naamwoord.
/ðə kənˈfɛsər/
In het Engels verwijst "the Confessor" meestal naar een geestelijke die de biecht van gelovigen aanhoort en hen adviseert. Dit kan ook specifiek verwijzen naar Saint Edward the Confessor, een heilige en koning van Engeland in de 11e eeuw, bekend om zijn religieuze toewijding en zijn rol in het versterken van de Engelse monarchie.
Het woord wordt zowel in gesproken als geschreven contexten gebruikt, maar het komt vaker voor in schriftelijke/documentaire settings, vooral in historische of religieuze teksten.
Edward de Biechtvader was bekend om zijn godsvrucht en toewijding aan God.
Many churches were built in honor of St. Edward the Confessor after his canonization.
Veel kerken werden gebouwd ter ere van St. Edward de Biechtvader na zijn heiligverklaring.
The Confessor's teachings are still relevant in many Christian communities today.
Hoewel "the Confessor" niet algemeen voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, is het concept van "confessor" wel aanwezig in verschillende contexten omtrent biecht en vergeven. Hieronder enkele zinnen met relevantie:
Een goede vriend kan vaak de biechtvader zijn die je nodig hebt tijdens moeilijke tijden.
In times of crisis, people often seek a confessor to alleviate their burdens.
In tijden van crisis zoeken mensen vaak een biechtvader om hun lasten te verlichten.
The role of a confessor in the church is vital for maintaining spiritual health.
Het woord "confessor" is afkomstig van het Latijnse "confessorem", wat "beijger", "getuige" of "iemand die zijn geloof beleidt" betekent. Het is afgeleid van het werkwoord "confiteri", wat "toegeven" of "belijden" betekent. Dit woord heeft zijn weg gevonden naar het Oudfrans en uiteindelijk naar het Middelengels.
Synoniemen: - Belijdende - Biechtvader
Antoniemen: - Slechte geleider (in de context van geestelijke leiding) - Ontkenner (in de context van het ontkennen van geloof of morele waarden)