De term "the president-elect" is een zelfstandig naamwoord (noun).
De fonetische transcriptie van "the president-elect" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /ðə ˈprɛzɪdənt ɪˈlɛkt/
"The president-elect" kan vertaald worden als "de president die verkozen is" of "de president-elect".
"The president-elect" verwijst naar de persoon die is gekozen als president, maar die nog niet officieel is ingehuldigd of begonnen met het vervullen van de functie. Deze term wordt vaak gebruikt tijdens de periode tussen de verkiezingen en de inauguratie. Het gebruiksfrequentie is relatief hoog rond verkiezingstijd, vooral in geschreven context zoals nieuwsartikelen en politieke analyses, maar het kan ook in mondelinge spraak voorkomen, vooral in politieke discussies.
De president die verkozen is, zal in januari worden ingezworen.
After the election, the president-elect announced their cabinet choices.
Na de verkiezingen kondigde de president die verkozen is hun kabinetkeuzes aan.
The president-elect is already working on their policy agenda before taking office.
De term "the president-elect" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen. Het blijft voornamelijk een formele term die specifiek betrekking heeft op de politieke context. Hier zijn enkele voorbeelden van gebruik in contexten die meer formeel van aard zijn.
Het transitiesteam voor de president die verkozen is, bekijkt verschillende beleidsvoorstellen.
All eyes are on the president-elect as they prepare to take office.
Alle ogen zijn gericht op de president die verkozen is, terwijl zij zich voorbereiden om aan de functie te beginnen.
The president-elect's victory speech was seen as a historic moment.
De term "president" komt van het Latijnse "praesidens", wat betekent "zit vóór" of "aan het hoofd staan". Het woord "elect" komt van het Latijnse "eligere", wat "kiezen" betekent. De combinatie "president-elect" verwijst dus naar iemand die gekozen is om de rol van president te vervullen, maar die nog niet formeel in functie is.