De woorden "to destroy oneself" vormen een werkwoordelijke uitdrukking.
/ tə dɪsˈtrɔɪ ɔːnˈsɛlf /
"To destroy oneself" verwijst naar de handeling waarbij iemand op een bepaalde manier schadelijk gedrag vertoont dat leidt tot zelfvernietiging, zowel letterlijk als figuurlijk. Dit kan mentaal, emotioneel of fysiek zijn. Het kan ook betrekking hebben op het maken van keuzes die schadelijk zijn voor de eigen gezondheid of welzijn.
De uitdrukking wordt vaak gebruikt in de context van geestelijke gezondheidskwesties, verslaving, of destructief gedrag. Het is een term die zowel in gesproken als geschreven taal veel voorkomt, vooral in psychologische of literaire contexten.
Veel mensen wenden zich tot alcohol als een manier om zichzelf te vernietigen tijdens moeilijke tijden.
Engaging in self-harm is a tragic way to destroy oneself.
Zich bezighouden met zelfbeschadiging is een tragische manier om zichzelf te vernietigen.
It’s heartbreaking to watch someone slowly destroy oneself through negative choices.
"To destroy oneself" komt niet vaak voor in idiomatische uitdrukkingen, maar het idee van zelfvernietiging is terug te vinden in verschillende uitspraken die de gevolgen van destructief gedrag aantonen.
"Hij was zijn leven aan het vergooien en koos ervoor om zichzelf stukje bij beetje te vernietigen."
"You can't keep living like this; eventually, you will destroy yourself."
"Je kunt niet zo blijven leven; uiteindelijk zul je jezelf vernietigen."
"She felt trapped in a cycle of self-doubt that seemed to destroy herself from within."
"Ze voelde zich gevangen in een cyclus van zelftwijfel die leek te zelfvernietigen van binnenuit."
"By refusing help, he continued to destroy himself, even when he knew it was wrong."
De uitdrukking "to destroy oneself" bestaat uit het werkwoord "to destroy", dat afkomstig is van het Oudfranse "destruire", wat "afbreken" of "vernietigen" betekent, en "oneself", wat afgeleid is van het Oudengelse "an" en "self". Samen geeft het de betekenis aan van het schade toebrengen aan de eigen persoon.
Synoniemen: - To harm oneself - To self-destruct - To ruin oneself
Antoniemen: - To build oneself up - To empower oneself - To support oneself