De term "transit exchange" bestaat uit twee woorden: "transit" (zelfstandig naamwoord) en "exchange" (zelfstandig naamwoord). Samen verwijzen ze naar een plek waar mensen en goederen van de ene vervoerswijze naar de andere overstappen.
De phonetic transcription in het Internationaal Fonetisch Alfabet is als volgt: /ˈtræn.zɪt ɪksˈʃeɪndʒ/
De term "transit exchange" kan in het Nederlands vertaald worden als "transitwissel" of "overstapplaats".
"Transit exchange" verwijst naar een locatie of locatie waar passagiers of vracht van het ene vervoermiddel naar het andere overstappen. Dit kan bijvoorbeeld een bushalte zijn waar reizigers overstappen op de trein, of een luchthaven waar internationale reizigers van de ene vlucht naar de andere gaan. Het is een belangrijk onderdeel van vervoersnetwerken en speelt een cruciale rol in de mobiliteit van mensen en goederen.
De term wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven context, waarbij het in officiële documenten en transportplanning vaak meer voorkomt dan in informele gesprekken. Het gebruik is frequent binnen de context van openbaar vervoer en logistiek.
De transitwissel stelt passagiers in staat om gemakkelijk over te stappen van bussen op treinen.
Many improvements have been made at the transit exchange to enhance commuter experiences.
Er zijn veel verbeteringen aangebracht bij de transitwissel om de ervaring van forenzen te verbeteren.
The new design of the transit exchange has made it more efficient for travelers.
De term "transit exchange" zelf wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen; echter, de concepten van transit en uitwisseling komen vaak voor in samengestelde zinnen en uitdrukkingen. Hier zijn enkele gerelateerde voorbeeldzinnen:
"Een naadloze transitwissel vinden is de sleutel tot een soepele reiservaring."
"The city invested in a modern transit exchange to improve urban mobility."
"De stad heeft geïnvesteerd in een moderne transitwissel om de stedelijke mobiliteit te verbeteren."
"During peak hours, the transit exchange can become very crowded."
Het woord "transit" komt van het Latijnse woord "transitus," wat "overgang" of "doorgang" betekent. "Exchange" komt van het Oudfranse "eschange," dat afgeleid is van het Latijnse "ex" (uit) en "cambiare" (wisselen). Samen vormen ze de term die verwijst naar de wisseling of overdracht van personen of goederen tijdens het vervoer.
Synoniemen: vervoersknooppunt, overstapstation, transferpunt.
Antoniemen: eindbestemming, vertrekpunt.