Het woord "tray" is een zelfstandig naamwoord (noun).
De fonetische transcriptie van "tray" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /treɪ/.
"Tray" verwijst naar een plat object, vaak met een opstaande rand, dat wordt gebruikt om objecten op te plaatsen, te dragen of te presenteren. Het kan gemaakt zijn van verschillende materialen zoals plastic, hout of metaal. Het woord wordt vaak gebruikt in zowel mondelinge als geschreven contexten, en het is relatief algemeen in gebruik.
Voorbeeldzinnen:
- She placed the cookies on a tray for the guests.
Ze plaatste de koekjes op een dienblad voor de gasten.
Het woord "tray" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen. Echter, hier zijn enkele zinnen waarin het woord op een interessante manier voorkomt:
Don't put all your eggs in one tray.
Leg je eieren niet allemaal op één dienblad. (Dit verwijst naar het risico van alles op één plek te concentreren.)
She was a tray of sunshine on a gloomy day.
Ze was een dienblad vol zonneschijn op een sombere dag. (Dit betekent dat ze vreugde en geluk bracht.)
The challenge was laid out on a tray for us to tackle.
De uitdaging werd ons op een dienblad gepresenteerd om aan te pakken. (Dit betekent dat de uitdaging gemakkelijk te zien of te begrijpen was.)
Het woord "tray" heeft zijn oorsprong in het Oudfrans "trai" of "traï", wat 'plat voorwerp' betekent, en is gerelateerd aan het Latijnse "tractus", wat 'trekken' betekent. Het gebruik in het Engels dateert uit de 14e eeuw.
Synoniemen: - Dienblad - Bekken - Voorwerp
Antoniemen: - Geen direct antoniem, maar in sommige contexten kan "vloer" (floor) een tegenpool zijn als iets niet meer op een dienblad wordt gehouden.
Dit biedt een uitgebreide uitleg over het woord "tray" met verschillende relevante aspecten en contexten.