"Tree pipit" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "tree pipit" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /triː ˈpɪpɪt/.
"Tree pipit" kan in het Nederlands worden vertaald als "boompieper".
De "tree pipit" is een vogelsoort die behoort tot de familie van de piepers, bekend om zijn zang en zijn voorkeur voor open bossen en graslanden. Het gebruik van de term "tree pipit" in het Engels verwijst meestal naar deze specifieke vogel en zijn kenmerken. Het woord is relatief technisch en wordt vaak gebruikt in ornithologische contexten. De frequentie van gebruik is hoger in geschreven teksten, zoals boeken en artikelen over vogels, dan in spontane mondelinge spraak.
De boompieper is vaak te horen zingen in de vroege ochtend.
During spring migration, the tree pipit is frequently spotted in various habitats.
In het Engels komt "tree pipit" niet vaak voor in idiomatische uitdrukkingen, omdat het een specifieke term is die betrekking heeft op een vogelsoort. Het gebruik ervan kan echter verschijnen in zinnen die houtachtige omgevingen of vogeling beschrijven.
De term "tree pipit" bestaat uit twee delen: "tree", afkomstig van het Oudengelse "TREOW", wat "boom" betekent, en "pipit", dat afkomstig is van het Oudengelse "pippe", verwijzend naar een soort zangvogel. De naam beschrijft dus letterlijk een pieper die aan bomen of in bosrijke gebieden te vinden is.
Synoniemen:
- Wood pipit
Antoniemen:
Er zijn geen directe antoniemen voor "tree pipit", gezien het een specifieke benaming betreft voor een soort en niet voor een concept dat tegengesteld kan zijn.