Het woord "trembling" is een zelfstandig naamwoord en een bijvoeglijk naamwoord (adjectief).
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈtrɛmblɪŋ/.
"Trembling" kan in het Nederlands vertaald worden als "trillend" of "beven".
"Trembling" verwijst naar een toestand van trilling of schudden, vaak veroorzaakt door angst, kou of een andere sterke emotie. Het wordt in zowel gesproken als geschreven Engels veel gebruikt, met een neiging naar meer frequentie in emotionele contexten, zoals literatuur en poëzie.
Voorbeeldzinnen: 1. She was trembling with fear as she entered the dark room. - Zij beefde van angst toen ze de donkere kamer binnen ging.
Het woord "trembling" komt minder vaak voor in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele zinnen waarin het kan worden gebruikt.
Voorbeeldzinnen: 1. He could feel his heart trembling in his chest at the thought of speaking in public. - Hij kon zijn hart in zijn borst voelen beven bij de gedachte om in het openbaar te spreken.
Het beven van haar handen onthulde haar nerveusness tijdens het interview.
I stood there, trembling with excitement, as I watched the fireworks.
Het woord "trembling" is afgeleid van het Oudengelse woord "tremblian," wat betekent "trillen" of "beven." Het is verwant aan het Germaanse woord "tremb-," wat ook een vergelijkbare betekenis heeft.
Synoniemen: - Shaking - Quivering - Shuddering
Antoniemen: - Steady - Calm - Stable
Dit alles maakt "trembling" een veelzijdig woord met rijke betekenissen en toepassingen in de Engelse taal.