"Unpolished" is een bijvoeglijk naamwoord.
De fonetische transcriptie van "unpolished" is /ʌnˈpɒlɪʃt/.
"Unpolished" verwijst naar iets dat niet glad of geperfectioneerd is, of iets dat nog niet volledig is afgewerkt of dat in zijn oorspronkelijke, niet-bewerkt staat verkeert. Het kan zowel letterlijk worden gebruikt, zoals in de context van een ruwe edelsteen, als figuurlijk, zoals in de context van een onvolmaakte presentatie of idee.
Het gebruik van "unpolished" is veelvoorkomend in zowel geschreven als gesproken Engels, maar het kan vaker in schriftelijke contexten worden aangetroffen, zoals in artikelen, essays en beoordelingen.
The artist embraced the unpolished aspects of her work, showcasing raw emotions.
De kunstenaar omarmde de ongepolijste aspecten van haar werk en toonde rauwe emoties.
His unpolished speech made it clear that he was speaking from the heart.
Zijn ongepolijste toespraak maakte duidelijk dat hij vanuit zijn hart sprak.
The furniture has an unpolished finish that adds to its rustic charm.
Het meubilair heeft een ongepolijst afwerking die bijdraagt aan zijn landelijk charme.
"Unpolished" is niet vaak de kern van veel idiomatische uitdrukkingen, maar het kan wel worden geïntegreerd in enkele zinnen die een vergelijkbare betekenis overdragen.
A diamond in the rough is often unpolished but has great potential.
Een ruwe diamant is vaak ongepolijst maar heeft groot potentieel.
She delivered an unpolished performance, yet it captured the audience's attention.
Ze gaf een ongepolijste prestatie, maar het trok de aandacht van het publiek.
His unpolished skills are overshadowed by his enthusiasm and dedication.
Zijn ongepolijste vaardigheden worden overschaduwd door zijn enthousiasme en toewijding.
"Unpolished" is samengesteld uit het voorvoegsel "un-" dat "niet" of "tegensprekend" betekent, en het woord "polished", dat afkomstig is van het Oudfranse "polir" wat "glad maken" of "afwerken" betekent. Het woord "polished" stamt verder van het Latijnse "polire", wat "afwerken" of "glanzen" betekent.
Synoniemen:
- Rough
- Unrefined
- Crude
Antoniem:
- Polished
- Refined
- Smooth