"ADN" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "ADN" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /a.de.ˈen/.
"ADN" wordt in het Nederlands vertaald als "DNA".
"ADN" staat voor deoxyribonucleïnezuur en is een molecule dat het genetische materiaal bevat van levende organismen. Het speelt een cruciale rol in erfelijkheid, de werking van cellen en de ontwikkeling van levende wezens. In het Spaans wordt "ADN" vaak gebruikt in zowel medische als juridische contexten, zoals in rechtszaken waarbij DNA-bewijs wordt gepresenteerd. Het is een term die zowel in mondelinge als geschreven taal veelvuldig voorkomt, maar kan vaker in academische en wetenschappelijke teksten worden aangetroffen.
De DNA-analyse onthulde de identiteit van de verdachte.
En medicina, el ADN se utiliza para determinar enfermedades hereditarias.
"ADN" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar het is een essentieel begrip in de biologie en forensische wetenschappen. Daarom vinden we in wetenschappelijke en juridische teksten enkele zinnen waarin dit woord kan verschijnen:
Het DNA-onderzoek veranderde de loop van het proces.
El ADN es la clave para entender la herencia genética.
DNA is de sleutel tot het begrijpen van genetische erfelijkheid.
Se encontró ADN en la escena del crimen.
De term "ADN" is afgeleid van de Franse term "ADN", die een acroniem is voor "acide désoxyribonucléique". Het is samengesteld uit verschillende onderdelen, waarin "deoxyribo-" verwijst naar de suikercomponent in de nucleïnezuurstructuur, en "-nucleïne" verwijst naar de aanwezigheid van nucleotiden als bouwstenen.
Synoniemen: - DNA (in het Nederlands gewoonlijk ook aangeduid als DNA).
Antoniemen: - Er zijn geen directe antoniemen voor "ADN" in de context van biologische termen, omdat het verwijst naar een specifieke moleculaire structuur.
In de context van erfelijkheid en genetica zijn termen zoals "gen" soms uitwisselbaar, afhankelijk van de specifieke discussie, maar ze zijn niet exact antoniemen.