"Abrupto" is een bijvoeglijk naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "abrupto" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /aˈβɾup.to/.
"Abrupto" kan in het Nederlands vertaald worden als "abrupt" of "plotseling".
Het woord "abrupto" verwijst naar iets dat plotseling, onverwacht of zonder enige waarschuwing gebeurt. Het kan gebruikt worden om een verandering aan te duiden die snel en vaak ongemakkelijk is.
In het Spaans komt "abrupto" vaak voor in zowel mondelinge als geschreven contexten, maar het is vooral te vinden in formele of literaire teksten. De gebruiksfrequentie is gemiddeld, en het wordt in gesprekken soms gebruikt, maar minder vaak dan in geschreven vormen.
El cambio en su actitud fue abrupto.
(De verandering in zijn houding was abrupt.)
La reunión terminó de manera abrupto y sin aviso.
(De vergadering eindigde abrupt en zonder waarschuwing.)
Hoewel "abrupto" niet vaak in idiomatische uitdrukkingen voorkomt, zijn er enkele contexten waarin het gebruikt kan worden.
Pasó de una conversación tranquila a un tono abrupto.
(Ze ging van een rustig gesprek naar een abruptere toon.)
El final de la película fue tan abrupto que me dejó perplejo.
(Het einde van de film was zo abrupt dat het me verbijsterde.)
Het woord "abrupto" komt uit het Latijnse "abruptus," wat "afgebroken" of "plotseling" betekent. Het is afgeleid van "abrumpere," wat "breken" of "afbreken" betekent, en bestaat uit het voorvoegsel "ab-" en "rumpere" (breken).
Synoniemen: repentino (plotseling), brusco (brutaal, onbeschoft).
Antonieten: gradual (geleidelijk), suave (zacht).