Het woord "absceso" is een zelfstandig naamwoord (sustantivo).
De fonetische transcriptie van "absceso" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /apˈse.so/.
Het Spaanse woord "absceso" vertaalt naar het Nederlands als "abces".
Een absceso verwijst naar een met pus gevulde holte die ontstaat door een infectie of ontsteking. Het is een veelvoorkomend medisch verschijnsel en kan zich vormen in verschillende delen van het lichaam. In de Spaanse taal wordt de term voornamelijk in medische contexten gebruikt, maar kan ook voorkomen in conversaties over gezondheid en welzijn. Het woord heeft een vrij hoge gebruiksfrequentie binnen de medische terminologie, vooral in geschreven teksten zoals medische rapporten, maar ook in gesproken taal door zorgprofessionals en patiënten.
Voorbeeldzinnen:
- El médico diagnosticó un absceso en la pierna del paciente.
(De arts stelde een abces vast op het been van de patiënt.)
Het woord "absceso" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Echter, er zijn enkele contexten waarin het kan worden opgenomen, vooral in medische of informele gesprekken.
Voorbeeldzinnen:
- Se necesita drenar el absceso para aliviar el dolor.
(Het is nodig om het abces te draineren om de pijn te verlichten.)
Het woord "absceso" is afgeleid van het Latijnse "abscessus", wat "afwezigheid" of "afscheiding" betekent, afgeleid van "ab" (weg van) en "cedere" (weggaan). De term verwijst naar het proces waarbij zich een holte vormt door afscheiding van pus.
Synoniemen: - Pus: In algemene zin kan dit worden gebruikt om te verwijzen naar de geïnfecteerde vloeistof binnen het abces. - Quiste: Dit verwijst naar een holte in het lichaam, hoewel het niet noodzakelijkerwijs geïnfecteerd hoeft te zijn.
Antoniemen: - Sanación: Betekent "genezing" of "herstel", iets wat tegengesteld is aan de toestand van een abces.