"Abundancia" is een zelfstandig naamwoord.
[a.bunˈdan.sja]
Het woord "abundancia" betekent overvloed, wat verwijst naar een grote hoeveelheid of een overvloed aan iets. Het wordt vaak gebruikt in economische contexten om een overvloed aan middelen, goederen of diensten aan te geven. Het is een veelgebruikt woord in zowel mondelinge als geschreven taal. In economische teksten komt "abundancia" vaak voor in discussies over productie, consumptie en hulpbronnen.
La abundancia de recursos naturales es esencial para el desarrollo económico.
(De overvloed aan natuurlijke hulpbronnen is essentieel voor de economische ontwikkeling.)
En épocas de abundancia, las personas tienden a gastar más.
(In tijden van overvloed geven mensen vaak meer uit.)
Hoewel "abundancia" niet extreem vaak voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, zijn hier enkele zinnen die het concept van overvloed in verschillende contexten benadrukken:
En este país, la abundancia no es un problema, sino la distribución.
(In dit land is overvloed geen probleem, maar de verdeling.)
La abundancia de opciones puede ser abrumadora en el mercado actual.
(De overvloed aan opties kan overweldigend zijn op de huidige markt.)
La abundancia en la naturaleza es un recordatorio de la generosidad de la Tierra.
(De overvloed in de natuur is een herinnering aan de vrijgevigheid van de aarde.)
Het woord "abundancia" komt uit het Latijnse "abundantia," van "abundare," wat "overvloedig zijn" betekent, samen met het prefix "a-" dat "van" of "af" betekent en "unda" dat "golf" betekent. Dit geeft het idee van iets dat overvloedig aanwezig is, net als een golf die overvloedig water voortbrengt.
Synoniemen: - Plenitud (volheid) - Riqueza (rijkdom) - Profusión (overvloed)
Antoniemen: - Escasez (schaarste) - Pobreza (armoede) - Limitación (beperking)