Het woord "acabo" is een werkwoord in de eerste persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd van "acabar," wat "eindigen" of "afmaken" betekent.
De fonetische transcriptie van "acabo" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet is /a.ˈka.βo/.
"Acabo" kan vertaald worden als "ik eindig" of "ik maak af."
In het Spaans betekent "acabo" dat iemand iets heeft beëindigd of afgerond. Het woord is vrij frequent in zowel gesproken als geschreven contexten. Het wordt vaak gebruikt in dagelijkse conversaties, waardoor het een belangrijk woord is voor iemand die de Spaanse taal leert.
"Acabo de leer un libro interesante."
"Ik heb zojuist een interessant boek gelezen."
"Hoy, al fin, acabo mi proyecto."
"Vandaag, eindelijk, maak ik mijn project af."
"Siempre acabo olvidando las claves."
"Ik vergeet altijd de sleutels."
In het Spaans wordt "acabo" vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen:
"No me acuerdo de qué acabo de decir."
"Ik weet niet meer wat ik zojuist heb gezegd."
"Te juro que acabo de ver un fantasma."
"Ik zweer dat ik zojuist een spook heb gezien."
"Acabo de llegar y ya estoy cansado."
"Ik ben net aangekomen en ik ben al moe."
"Acabo de comer y ya tengo hambre."
"Ik heb net gegeten en ik heb al honger."
"Es un lugar donde siempre acabo sintiéndome feliz."
"Het is een plek waar ik me altijd gelukkig voel."
Het woord "acabo" is afgeleid van het werkwoord "acabar," dat zijn oorsprong heeft in het Latijnse "capare," wat "nemen" of "vastpakken" betekent.