"Acaecer" is een werkwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "acaecer" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /aka.eˈθeɾ/.
"Acaecer" kan vertaald worden naar het Nederlands als "gebeuren", "plaatsvinden" of "gebeuren" in de zin van iets dat zich voordoet.
De term "acaecer" betekent in de Spaanse taal "te gebeuren", "voor te vallen" of "te manifesteren". Het wordt vaak gebruikt in formele of geschreven contexten en is minder gebruikelijk in de informele dagelijkse conversatie. Het heeft een neutrale frequentie van gebruik, en het is voornamelijk te vinden in literatuur en nieuwsartikelen.
Het is belangrijk dat er niets slechts gebeurt tijdens de reis.
Lo que acaece en el mundo puede afectarnos a todos.
"Acaecer" komt niet voor in veel bekende idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele contexten waarin het kan worden gebruikt om een idee van zijn gebruik in idiomatische zinnen te geven:
Soms verrast ons het onverwachte dat gebeurt op een aangename manier.
Nunca se sabe qué acaece detrás de las puertas cerradas.
Je weet nooit wat er gebeurt achter gesloten deuren.
El silencio en la sala hizo que se sintiera lo que acaece.
De oorsprong van "acaecer" komt van het Latijnse woord "accidere", wat "gebeuren" of "toevallen" betekent. De evolutie van dit woord in de Spaanse taal behoudt de oorspronkelike betekenis van iets dat zich voordoet.
Synoniemen: - Suceder - Ocurrir - Acontecer
Antoniemen: - Evitar (voorkomen) - Prevenir (preventie)
Deze informatie geeft een overzicht van het woord "acaecer" en zijn gebruik in de Spaanse taal, evenals enkele variaties en contexten waar het in kan verschijnen.