"Acicalar" is een werkwoord in het Spaans.
/a.si.kaˈlaɾ/
Het woord "acicalar" kan worden vertaald naar het Nederlands als "opknappen", "verzorgen" of "schikken". Het wordt vaak gebruikt in de context van het netjes maken of verbeteren van iemands uiterlijk of de staat van iets.
"Acicalar" betekent het verbeteren of verfraaien van iemands uiterlijk of het mooi maken van iets. Het kan refereren aan zowel lichamelijke verzorging als aan het ordenen en voorbereiden van een omgeving. Het woord is gebruikelijk in zowel de gesproken taal als in geschreven tekst, met een lichte neiging naar gebruik in specifieke contexten zoals mode, schoonheid en netheid.
Zij maakt zichzelf altijd op voordat ze het huis verlaat.
Tienes que acicalar el jardín antes de la fiesta.
"Acicalar" komt soms voor in idiomatische uitdrukkingen, hoewel het niet zo algemeen is. Hier zijn enkele zinnen waarin het voorkomt:
Ik zou mezelf graag willen opknappen voor de bruiloft van mijn zus.
Siempre acicalamos a los niños antes de sacarlos a jugar.
We maken de kinderen altijd netjes voordat we ze naar buiten laten spelen.
Ella se acicaló para la entrevista de trabajo.
Zij heeft zich opgemaakt voor het sollicitatiegesprek.
Vamos a acicalar la casa antes de recibir a los invitados.
Het woord "acicalar" heeft zijn oorsprong in het Spaanse woord "cical", dat verwijst naar "netheid" of "orde". De prefix "a-" is een voorvoegsel dat vaak wordt gebruikt om de actie van het werkwoord aan te duiden.
Synoniemen: embellecer (verfraaien), arreglar (in orde maken), cuidar (verzorgen).
Antoniemen: descuidar (verwaarlozen), desordenar (in de war brengen), estropear (beschadigen).