"Acreditar" is een werkwoord in de infinitiefvorm.
/a.kɾe.ðɾaɾ/
De vertalingen voor "acreditar" in het Nederlands zijn: - accrediteren - erkennen - goedkeuren
"Acreditar" verwijst naar het proces van erkenning, goedkeuring of legitimatie van iets of iemand, vaak in een formele context. Het kan ook in de zin van 'geloven' of 'vertrouwen' worden gebruikt. Het woord wordt frequent gebruikt in zowel gesproken als geschreven contexten, met een lichte voorkeur voor de formele en juridische stijl vanwege zijn gebruik in diplomatie en wetgeving.
De universiteit moet haar studenten accrediteren voordat ze afstuderen.
Es importante acreditar la información antes de tomar una decisión.
"Acreditar" komt vaak voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:
Het is nodig om met documenten het eigendom van het goed te bevestigen.
Acreditar experiencia
Zij kan ervaring in het marketinggebied accrediteren.
No acreditar
Het woord "acreditar" is afgeleid van het Latijnse "accreditare," wat "geloven" of "vertrouwen" betekent. Het is samengesteld uit "ad-" (naar) en "credere" (geloven).
Synoniemen: - Reconocer - Validar - Confirmar
Antoniemen: - Desacreditar - Rechazar - Dudar
Met deze informatie krijg je een goed overzicht van het woord "acreditar" en de context waarin het gebruikt wordt in de Spaanse taal.