Zelfstandig naamwoord
/a.fi.ˈlon/
Het woord "afilón" in het Spaans verwijst naar een slijpsteen of een slijpvlak dat wordt gebruikt om gereedschappen of messen te slijpen. Het wordt voornamelijk in de nautische context gebruikt, waar het belangrijk is om scherpe gereedschappen te hebben voor onderhoud aan boord van een schip.
Het woord "afilón" wordt vaker gebruikt in geschreven context dan in mondelinge spraak. Het wordt specifiek gebruikt binnen de nautische wereld waar het slijpen van gereedschappen een belangrijke taak is.
El marinero tomó el afilón para afilar el cuchillo antes de cortar las cuerdas.
(De zeeman pakte de slijpsteen om het mes te slijpen voordat hij de touwen doorknipte.)
Es importante tener un buen afilón a bordo para mantener las herramientas en condiciones óptimas.
(Het is belangrijk om een goede slijpsteen aan boord te hebben om de gereedschappen in optimale staat te houden.)
Estar con el afilón (en la boca) Betekenis: Klaar zijn om iets scherps of gevaarlijks te zeggen. Voorbeeld: Juan está con el afilón en la boca, no hay que provocarlo. (Juan staat klaar om iets scherps te zeggen, laten we hem niet provoceren.)
Afilarse el afilón Betekenis: Zich voorbereiden op een uitdagende situatie. Voorbeeld: Antes de la competencia, los atletas se afilan el afilón. (Voor de wedstrijd slijpen de atleten hun messen.)
Het woord "afilón" is afgeleid van het werkwoord "afilar", wat "slijpen" betekent.