Substantief / Bijvoeglijk naamwoord
/'alto/
"Alto" heeft verschillende betekenissen in het Spaans, afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt. Als bijvoeglijk naamwoord betekent "alto" "hoog" in het Nederlands. Het wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar de fysieke hoogte van iets of iemand. Dit woord wordt zowel in geschreven als gesproken Spaans veel gebruikt.
"Alto" wordt ook vaak gebruikt in Spaanse idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden: 1. Dar el alto: stoppen, tot stilstand komen. - Spanish: Dar el alto. - Dutch: stoppen, halt houden.
Dutch: Product van hoge kwaliteit.
Dar un grito alto y claro: duidelijk en luid protesteren.
Dutch: Duidelijk en luid protesteren.
Tener un cargo de alto nivel: een hoge functie hebben.
Dutch: Een hoge functie hebben.
Precio alto: hoge prijs.
Dutch: Hoge prijs.
Alto y claro: luid en duidelijk.
"Alto" komt van het Latijnse woord "altus", wat "hoog" betekent. Het heeft zijn oorsprong in het Vulgair Latijn.
Synoniemen: - Elevado (hoog) - Alto (op verhoogd niveau) - Alto (uitstekend)
Antoniemen: - Bajo (laag) - Pequeño (klein) - De baja calidad (van lage kwaliteit)