Het woord "apisonar" is een werkwoord in de Spaanse taal.
Fonetische transcriptie: /api.soˈnaɾ/
"Apisonar" wordt gebruikt in de Spaanse taal en is niet erg frequent in dagelijks taalgebruik. Het wordt voornamelijk in schriftelijke context gebruikt.
Mis abuelos solían apisonar la tierra para prepararla para sembrar.
Vertaling: Mijn grootouders plachten de aarde aan te stampen om deze voor te bereiden op het zaaien.
El constructor decidió apisonar el suelo antes de verter la losa.
Vertaling: De bouwer besloot de grond aan te stampen voordat hij het beton stortte.
"Apisonar" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele voorbeelden van hoe het kan worden gebruikt: 1. Apisonar el corazón: Het verpletteren of pletten van iemands hart. 2. Apisonar a alguien: Iemand neertrappen of onderdrukken. 3. Apisonar la competencia: De concurrentie verpletteren of domineren.
Cuando rompió con ella, le apisonó el corazón.
Vertaling: Toen hij het uitmaakte, verpletterde hij haar hart.
La empresa apisonó a sus rivales con su nuevo producto innovador.
Vertaling: Het bedrijf verpletterde zijn concurrenten met hun nieuwe innovatieve product.
Het werkwoord "apisonar" is afgeleid van het zelfstandig naamwoord "piso" wat "vloer" betekent. Het verwijst naar het aandrukken of samendrukken van iets, vergelijkbaar met het egaliseren van de vloer.
Synoniemen:
- Apretar: Aandrukken
- Compactar: Verdichten
- Aplastar: Platdrukken
Antoniemen:
- Aflojar: Losmaken
- Descomprimir: Ontspannen
- Desenroscar: Uitschroeven