"Artritis" is een zelfstandig naamwoord (vrouwenlijk).
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /aɾˈtɾitis/.
"Artritis" wordt in het Nederlands vertaald als "artritis".
"Artritis" verwijst naar een ontsteking van de gewrichten, die leidt tot pijn, zwelling, stijfheid en een beperkte bewegingsvrijheid. Het woord wordt vooral gebruikt in medische contexten, zoals bij het bespreken van aandoeningen zoals reumatoïde artritis of artrose. De gebruiksfrequentie is hoog in zowel mondelinge als geschreven contexten, vooral in medische literatuur en gesprekken tussen zorgverleners en patiënten.
Voorbeeldzinnen:
1. La artritis puede causar dolor intenso en las articulaciones.
(De artritis kan intense pijn in de gewrichten veroorzaken.)
In het Spaans zijn er niet veel specifieke idiomatische uitdrukkingen die het woord "artritis" bevatten. Echter, het woord wordt vaak gebruikt in medische en gezondheidsdiscoursen. Hier zijn een paar zinnen met gerelateerde context.
Vivir con artritis requiere ajustes en el estilo de vida.
(Leven met artritis vereist aanpassingen in de levensstijl.)
Los medicamentos pueden ayudar a controlar los síntomas de la artritis.
(Medicijnen kunnen helpen de symptomen van artritis onder controle te houden.)
La investigación sobre la artritis avanza cada día.
(Het onderzoek naar artritis vordert elke dag.)
Het woord "artritis" is afgeleid van het Griekse woord "ἁρθρός" (arthros), wat "gewricht" betekent, en het achtervoegsel "-itis", dat gebruikt wordt om ontstekingen aan te duiden. Samen wijst het dus op een ontsteking van de gewrichten.
Synoniemen: - Inflamación articular (gewrichtsontsteking) - Artropatía (gewrichtsaandoening)
Antoniemen: Er zijn geen directe antoniemen voor "artritis", aangezien het een specifieke medische aandoening is. Wel kan men "salud articular" (gewrichtsgezondheid) beschouwen als een tegengestelde toestand.