"Ascendencia" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /as.enˈðen.θja/.
"Ascendencia" kan in het Nederlands vertaald worden als "afkomst", "afstamming", of "genealogie".
In het Spaans verwijst "ascendencia" naar de afkomst of de oorsprong van een persoon, vaak in de context van familie, etniciteit of genealogie. Het wordt gebruikt om de lijn van voorouders aan te geven, en het kan van belang zijn in juridische contexten, zoals erfelijkheid en identificatie, maar ook meer algemeen in sociale en culturele discussies over identiteit en etniciteit. Het woord wordt redelijk vaak gebruikt, zowel in gesproken als in geschreven contexten.
"Ascendencia" komt niet vaak voor in specifieke idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele zinnen die het woord gebruiken in bredere contexten.
Het woord "ascendencia" komt van het Latijnse "ascendentia," dat "omhoog omhoogkomen" betekent, afgeleid van "ascendere," wat betekent "omhoog klimmen" of "toegaan". Dit verwijst naar de opwaartse lijn van familiebanden.
Synoniemen: - Origen (oorsprong) - Antecedente (voorgeschiedenis) - Linaje (afstamming)
Antoniemen: - Descendencia (afstamming, afkomst van nakomelingen) - Prole (nakomelingen)
Door al deze aspecten van "ascendencia" te overwegen, krijgt men een goed begrip van zijn gebruik en betekenis in de Spaanse taal.