Het woord "ascender" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "ascender" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /asˈϱendeɾ/.
"Ascender" kan vertaald worden als: - stijgen - verhogen - klimmen
In het Spaans betekent "ascender" het bewegen naar een hoger niveau of positie, zowel letterlijk als figuurlijk. Het wordt veel gebruikt in verschillende contexten, zoals bij het praten over het oplopen van een trap, promovendi in een functie of rang, en in een militaire context bijvoorbeeld het stijgen in rang. "Ascender" kan zowel in geschreven als gesproken taal worden gebruikt, maar het komt vaker voor in formele en geschreven contexten, zoals in documenten of literaire werken.
De officier werd gepromoveerd vanwege zijn verdiensten.
Es necesario ascender la montaña antes del atardecer.
Het is noodzakelijk om de berg vóór de zonsondergang te beklimmen.
Ella espera ascender en su carrera profesional.
"Ascender" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:
Promoveren op het werk is de droom van velen.
No hay atajos para ascender en la vida.
Er zijn geen shortcuts om in het leven te stijgen.
La competencia es alta para ascender en esta empresa.
De concurrentie is groot om te promoveren in dit bedrijf.
Tienes que trabajar duro si quieres ascender.
Je moet hard werken als je wilt stijgen.
El esfuerzo personal es clave para ascender.
Het woord "ascender" komt van het Latijnse woord "ascendere", dat "omhoog gaan" of "stijgen" betekent. Dit is samengesteld uit "ad-" wat "naar" betekent en "scandere" wat "klimmen" betekent.
Synoniemen: - Subir (omhoog gaan) - Mejorar (verbeteren) - Progresar (vooruitgang maken)
Antoniemen: - Descender (afdalen) - Caer (vallen) - Retroceder (teruggaan)