"Asignar" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "asignar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /asiɣˈnaɾ/
"Asignar" kan vertaald worden naar het Nederlands als "toewijzen", "toekennen", of "aanstellen".
"Asignar" betekent het toekennen of toewijzen van iets, zoals verantwoordelijkheden, middelen of taken. Het woord wordt vaak gebruikt in zowel mondelinge als geschreven context, met een voorkeur voor formele en juridische teksten in de economische en juridische domeinen. De gebruiksfrequentie is gemiddeld, maar neemt toe in professionele omgevingen, vooral in het onderwijs, de overheid en bedrijfsleven.
La profesora decidió asignar tareas diferentes a cada estudiante.
(De lerares besloot verschillende taken toe te wijzen aan elke student.)
El gobierno debe asignar un presupuesto adecuado para la salud pública.
(De overheid moet een geschikt budget toekennen voor de openbare gezondheid.)
"Asignar" wordt niet veel gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar men komt het tegen in combinaties die betrekking hebben op verantwoordelijkheden of middelen.
Es importante asignar roles claros dentro del equipo para evitar confusiones.
(Het is belangrijk om duidelijke rollen binnen het team toewijzen om verwarring te vermijden.)
Al asignar prioridades, la empresa pudo enfocarse en sus objetivos.
(Door prioriteiten te toewijzen kon het bedrijf zich concentreren op zijn doelen.)
El director decidió asignar un mentor a cada nuevo empleado.
(De directeur besloot een mentor aan elke nieuwe werknemer toe te wijzen.)
"Asignar" komt van het Latijnse "assignare", wat betekent "toekennen, toewijzen". Het is opgebouwd uit de prefix "ad-" (naar) en "signare" (teken of aangeven).
Door deze structuur en inhoud biedt dit overzicht een gedetailleerd inzicht in het woord "asignar", inclusief zijn gebruik, betekenis en context in de Spaanse taal.