"Aspirina" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "aspirina" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /as.piˈɾi.na/.
In het Nederlands wordt "aspirina" vertaald als "aspirine".
"Aspirina" verwijst naar een veelgebruikt geneesmiddel dat acetylsalicylzuur bevat. Het wordt voornamelijk gebruikt als pijnstiller, koortsverlager en ontstekingsremmer. Dit woord wordt vaak gebruikt in zowel mondelinge als geschreven contexten, vooral in de medische en farmaceutische wereld. Het gebruik van "aspirina" in het dagelijks leven is zeer frequent, omdat het een alledaags geneesmiddel is.
"De arts raadde me aan om aspirine te nemen voor de hoofdpijn."
"Hay que tener cuidado al tomar aspirina si sufres de problemas gástricos."
"Aspirina" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar er zijn enkele vergelijkbare uitdrukkingen in de volksmond die de term omvatten:
"Aspirine nemen en het beste hopen."
"Eres como una aspirina, siempre estás ahí cuando te necesito."
"Je bent als een aspirine, je bent altijd daar als ik je nodig heb."
"Cuando la vida te duele, busca tu aspirina."
Het woord "aspirina" is afgeleid van het Franse woord "aspirine", dat zelf is afgeleid van het Latijnse "spiraea", wat verwijst naar de duizendknoopplant waarvan salicylzuur oorspronkelijk werd gewonnen. Het achtervoegsel "-ina" wordt vaak gebruikt in de scheikunde om verbindingen aan te duiden.
Synoniemen - Ibuprofeno (ibuprofen) - een ander veelvoorkomend pijnstillend medicijn, hoewel het niet dezelfde chemische samenstelling heeft. - Paracetamol (paracetamol) - een andere koortsverlagende en pijnstillende stof.
Antoniemen - Analgésico (pijnstiller) - hoewel het een algemeen begrip is, verwijst het naar medicijnen die pijn bestrijden, in tegenstelling tot aspirine die ook ontstekingsremmende eigenschappen heeft. - Pro-inflammatorio (pro-inflammatoir) - verwijst naar stoffen die ontstekingen bevorderen, wat het tegenovergestelde is van de werking van aspirine.