"Atrasar" is een werkwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "atrasar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /atɾaˈsaɾ/.
"Atrasar" kan vertaald worden naar het Nederlands als "vertragen", "achterhouden" of "vertraagd worden".
De betekenis van "atrasar" omvat het vertragen van iets of het ophouden van voortgang. In dagelijkse conversaties kan het gebruikt worden om te beschrijven dat iemand of iets later dan oorspronkelijk gepland arriveert.
Het gebruik van "atrasar" is frequenter in geschreven contexten, zoals in formele documenten of nieuwsartikelen, maar het komt ook voor in dagelijkse gesprekken.
"De trein is twee uur vertraagd."
"No podemos atrasar la reunión más."
Er zijn enkele idiomatische uitdrukkingen waarin "atrasar" voorkomt:
Voorbeeld: "Siempre tratamos de no atrasar el reloj en los exámenes."
"Atrasar el tiempo"
Het werkwoord "atrasar" is afgeleid van het Spaanse voorvoegsel "a-" en het woord "trasar", dat "achter" of "terug" betekent. De oorsprong ligt in het Latijn, van het woord “trans” dat "over" of "door" betekent, maar met de betekenis van iets dat achterblijft.