Het woord "auto-" is een voorvoegsel in het Spaans dat afkomstig is van het Griekse woord "autos", wat "zelf" betekent. Het wordt vaak gebruikt om termen te vormen die betrekking hebben op zelfredzaamheid of zelfwerkzaamheid.
[ˈaw.to]
Het voorvoegsel "auto-" kan in het Nederlands worden vertaald als "auto-", wat ook een voorvoegsel is dat identieke betekenissen draagt. Voorbeeldtermen zijn "automatisch", "autobiografie" en "autonoom".
In het Spaans wordt het voorvoegsel "auto-" vaak gebruikt in samenstellingen die betrekking hebben op iets dat zichzelf beheert of op autonome systemen. Het voorvoegsel is relevant in juridische en technische contexten. Het komt meer voor in geschreven teksten dan in gesproken taal, hoewel het begrip wel in dagelijkse conversatie kan opduiken.
Auto-management is belangrijk voor het succes van het bedrijf.
Vivimos en una era de auto-conocimiento y desarrollo personal.
Hoewel "auto-" als voorvoegsel niet vaak voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, zijn er enkele belangrijke termen en combinaties waarin het wordt gebruikt:
Op dit platform wordt de voortgang automatisch opgeslagen.
Autonomía personal
Persoonlijke autonomie is essentieel voor de ontwikkeling van ieder individu.
Autoevaluación
Het voorvoegsel "auto-" stamt af van het Oudgriekse "αὐτός" (autós), wat "zelf" betekent. Het is door de tijd heen geïntegreerd in verschillende moderne talen, waaronder het Spaans en het Nederlands. Het wordt vooral gebruikt in samenstellingen die te maken hebben met zelfredzaamheid of zelfstandigheid.
Synoniemen: Zelf-, eigen-, autonoom.
Antoniemen: Hetero-, afhankelijk.
Dit voorvoegsel is dus een belangrijk onderdeel van de Spaanse taal met relevante betekenissen in verschillende contexten, vooral in juridische en technologische domeinen.