Het woord "azotar" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "azotar" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /aθoˈtaɾ/ in Spanje en /a.soˈtaɾ/ in Latijns-Amerika.
"Azotar" kan in het Nederlands vertaald worden als "geselen", "slaan", of "aanvallen", afhankelijk van de context.
"Azotar" betekent oorspronkelijk om te slaan of te geselen, vaak met een riem of een stevige stok. Het wordt ook in figuurlijke zin gebruikt om te verwijzen naar situaties waarin iemand geestelijk of emotioneel wordt "geselen", zoals in de zin van lijden of zwaar onder druk staan. Het woord kan zowel in gesproken als geschreven taal voorkomen, maar vaker in geschreven contexten, vooral in literaire of formele gevallen.
El carcelero solía azotar a los prisioneros como castigo.
De cipier geeselde de gevangenen als straf.
No deberías azotar a alguien por sus errores, es mejor corregir con paciencia.
Je zou niemand moeten slaan om zijn fouten, het is beter om met geduld te corrigeren.
"Azotar" kan ook voorkomen in verschillende idiomatische uitdrukkingen en metaforen:
La crisis económica está azotando la vida de muchas familias.
De economische crisis heeft het leven van veel gezinnen aangetast.
Azotar el pasado: Dit verwijst naar het herbeleven van pijnlijke herinneringen.
A veces, el pasado puede azotar nuestras emociones sin previo aviso.
Soms kan het verleden zonder waarschuwing onze emoties beïnvloeden.
Azotar con palabras: Dit betekent dat iemand iemand anders mentaal of emotioneel pijn doet door middel van kwetsende woorden.
Het woord "azotar" komt van het Latijnse "excītāre," wat "opwekken" of "opjagen" betekent. Dit komt ook van het vroege Spaanse woord "azote", dat "gezels" of "slagen" betekent.
Synoniemen: - Golpear (slaan) - Castigar (straffen) - Lastimar (verwonden)
Antoniemen: - Cuidar (zorgen voor) - Proteger (beschermen) - Consolar (troosten)