“Azul” is een bijvoeglijk naamwoord dat ook als zelfstandig naamwoord kan worden gebruikt.
De fonetische transcriptie van "azul" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /aˈθul/ in het Castiliaans en /aˈzul/ in andere varianten van het Spaans (zoals het Latijns-Amerikaans).
Het woord "azul" vertaalt naar "blauw" in het Nederlands.
“Azul” betekent ‘blauw’ en wordt in het Spaans gebruikt om de kleur aan te duiden. Het kan verwijzen naar verschillende tinten blauw, van lichtblauw tot donkerblauw. “Azul” is een veelvoorkomend woord in zowel gesproken als geschreven Spaans, vooral omdat kleuren vaak worden besproken in alledaagse gesprekken, literatuur en kunst.
De lucht is blauw.
Me gusta el coche azul.
In het Spaans komen een aantal idiomatische uitdrukkingen voor die het woord "azul" bevatten:
Tijdens de vergadering waren iedereen zo blij dat alles er helemaal blauw uitzag.
Estar en el azul - Dit kan verwijzen naar iemand die in een staat van verwarring of afwezigheid verkeert.
Tijdens de les was hij zo afgeleid dat hij in de wolken leek te zijn.
Ver la vida de color azul - Betekent optimistisch of hoopvol zijn over de toekomst.
Het woord “azul” is afkomstig uit het Arabisch “الزرقه” (al-zurqa), dat ook ‘blauw’ betekent. Het kwam via het Oudspaans in de Spaanse taal terecht en is sindsdien een belangrijk deel van de vocabulaire van de taal geworden.
Synoniemen: - Celeste (lichtblauw) - Turquesa (turquoise) - Cielo (hemels)
Antoniemen: - Rojo (rood) - Verde (groen) - Amarillo (geel)
Door deze informatie heb je nu een uitgebreid overzicht van het woord “azul”.