"Banco" is een zelfstandig naamwoord.
/bɑŋko/ (met de klemtoon op de eerste lettergreep)
In het Spaans verwijst "banco" voornamelijk naar een financiële instelling waar mensen geld kunnen bewaren, lenen of investeren. Het wordt ook gebruikt in de zin van een meubelstuk waarop men kan zitten. De term wordt vaak gebruikt in zowel mondelinge als geschreven vorm, met een lichte voorkeur voor geschreven context, vooral in formele en zakelijke situaties.
El banco me ofreció un préstamo a bajo interés.
(De bank bood me een lening aan met lage rente.)
Me senté en el banco del parque a leer.
(Ik ging op de bank in het park zitten om te lezen.)
En la ciudad han creado un banco de tiempo para ayudar a los necesitados.
(In de stad hebben ze een tijdsbank opgezet om de behoeftigen te helpen.)
Banco de sangre
El banco de sangre necesita donantes cada semana.
(De bloedbank heeft elke week donoren nodig.)
Caer en el banco
Het woord "banco" komt van het Latijnse "bancus," wat "bank" of "bankje" betekent. Het werd gebruikt om een fysieke structuur aan te duiden waarop men kon zitten of iets kon plaatsen, en later werd het geassocieerd met financiële instellingen.
Synoniemen:
- Entidad financiera (financiële instelling)
- Silla larga (lange stoel, als het om het meubel gaat)
Antoniemen:
- Deuda (schuld) - in de context van geld
- Dificultad (moeilijkheid) - in de context van het meubel (als je te veel op de bank zit, gaat deze kapot of zitten)
Dit biedt je een gedetailleerd inzicht in het gebruik en de betekenis van het woord "banco" in het Spaans.