"Beber" is een werkwoord in het Spaans.
Volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) wordt "beber" weergegeven als /beˈβeɾ/.
"Beber" kan vertaald worden naar het Nederlands als "drinken".
Het werkwoord "beber" betekent "drinken" en wordt gebruikt om de actie van het innemen van vloeistoffen aan te duiden. Dit woord wordt vaak gebruikt in zowel mondelinge als schriftelijke contexten, maar het is bijzonder gebruikelijk in informele, dagelijkse conversaties. De gebruiksfrequentie is hoog, vooral omdat het een basaal werkwoord is dat essentieel is in de meeste talen.
Spaans: Ella quiere beber agua después de correr.
Nederlands: Zij wil water drinken na het hardlopen.
Spaans: Es importante beber suficiente líquido durante el verano.
Nederlands: Het is belangrijk om voldoende vloeistof te drinken tijdens de zomer.
Spaans: Mis amigos y yo vamos a beber algo esta noche.
Nederlands: Mijn vrienden en ik gaan vanavond iets drinken.
"Beber" komt ook voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen:
Beber como un pez
Betekenis: Drinken als een vis (veel drinken).
Voorbeeldzin: Él bebe como un pez en las fiestas.
Nederlands: Hij drinkt als een vis op feesten.
Beber y no pensar
Betekenis: Drinken en niet nadenken (doen wat je wilt zonder zorgen).
Voorbeeldzin: A veces solo quiero beber y no pensar en nada.
Nederlands: Soms wil ik gewoon drinken en nergens over nadenken.
Beber a sorbos
Betekenis: Drinken in slokjes.
Voorbeeldzin: Ella prefiere beber el té a sorbos.
Nederlands: Zij drinkt de thee liever in slokjes.
Het Spaanse werkwoord "beber" is afgeleid van het Latijnse woord "bibere," wat ook "drinken" betekent. De evolutie van het woord reflecteert de samenhang tussen de twee talen, en het behoud van de betekenis door de eeuwen heen.
Synoniemen: - "Tomar" (ook "drinken", maar kan breder zijn, zoals "nemen").
Antoniemen: - "Ayunar" (vasten, niet eten of drinken).