"Becerro" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "becerro" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet is /beˈθe.ro/ in het Castiliaans Spaans en /beˈse.ro/ in Latijns-Amerikaans Spaans.
"Becerro" kan vertaald worden als "kalf" in het Nederlands, met een specifieke verwijzing naar een jong rund.
Het woord "becerro" verwijst naar een jong rund, meestal tussen de geboorte en de leeftijd van een jaar. In de Spaanse taal wordt het vaak gebruikt in een landbouwcontext, evenals in de vleesindustrie. Het heeft een gemiddelde gebruiksfrequentie en is vooral te vinden in gesproken en geschreven teksten die verband houden met vee, landbouw of voeding.
De boer zorgt goed voor de kalveren op zijn landgoed.
El becerro ya puede empezar a comer pasto.
Het woord "becerro" wordt niet veel gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar het kan wel in enkele contexten voorkomen. Hier zijn enkele voorbeeldzinnen met het woord "becerro":
Dit bedrijf is als een kalf dat je moet verzorgen zodat het groeit.
A veces, la gente actúa como si fueran becceros perdidos.
Het woord "becerro" stamt af van het Latijnse "boviculum", een verkleinwoord van "bos", wat "rund" of "oss" betekent. Dit weerspiegelt de oorsprong en de ontwikkeling van termen die verband houden met de veehouderij in de Romaanse talen.
Dit geeft een uitgebreide kijk op het woord "becerro" in de Spaanse taal.