Het woord "bendecir" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "bendecir" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /ben.deˈθiɾ/ in het Castiliaans en /ben.deˈsiɾ/ in Latijns-Amerikaanse varianten.
De vertalingen van "bendecir" in het Nederlands zijn: - zegenen - bidden voor - goedkeuren
"Bendecir" betekent in het Spaans "de zegen van iets of iemand uitspreken" of "goedkeuring geven". Het woord wordt vaak gebruikt in religieuze of spirituele contexten, zoals het zegenen van een persoon, een gebeurtenis of een voorwerp. Het kan ook in bredere zin gebruikt worden om iets positiefs te beschrijven. De gebruiksfrequentie is relatief hoog, vooral in gesproken contexten, zoals in kerkelijke diensten of privégebeden.
De priester besloot de familie te zegenen tijdens de ceremonie.
Es importante bendecir los alimentos antes de empezar a comer.
"Bendecir" is een belangrijk woord in verschillende idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
Gebruik: Vaak gedaan voor een maaltijd.
Bendecir un matrimonio.
Gebruik: Probleemloos en met toestemming van de gemeenschap.
Bendecir a los viajeros.
Het woord "bendecir" komt van het Latijnse "benedicere", dat 'goed spreken' of 'zegenen' betekent, waar "bene" (goed) en "dicere" (spreken) als wortels fungeren. Het deed zijn intrede in de Spaanse taal in de vroege middeleeuwen en heeft zijn betekenis door de tijd heen behouden.
Door deze structuur wordt de betekenis en het gebruik van het woord "bendecir" op een overzichtelijke wijze gepresenteerd.