"Besugo" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
/besˈuɣo/
"Besugo" kan worden vertaald naar "zeebrasem" in het Nederlands. In sommige contexten kan het ook verwijzen naar "een dom persoon" in informele spraak.
"Besugo" heeft twee primaire betekenissen in het Spaans. Ten eerste verwijst het naar een specifieke soort vis, de zeebrasem, die vaak voorkomt in de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee. Deze vis wordt gewaardeerd om zijn smaak en wordt vaak in de keuken gebruikt.
Als informeel of slanggebruik kan "besugo" ook gebruikt worden om iemand als dom of naïef te beschrijven, vooral wanneer iemand een stomme opmerking maakt of niet begrijpt wat er aan de hand is.
Het woord wordt zowel in gesproken als in geschreven Spaans gebruikt, maar het blijft vooral gebruikelijk in de context van discussies over voeding of in informele conversaties.
"De zeebrasem is erg populair in de Spaanse keuken."
"No seas un besugo y presta atención a la explicación."
"Besugo" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar er zijn enkele zinnen waarin het voorkomt in informele contexten:
"Je bent een domoor als je denkt dat dat waar is."
"¡Qué besugo! No te das cuenta de lo que está pasando."
"Wat een domoor! Je realiseert je niet wat er aan de hand is."
"Te lo dije mil veces, no seas besugo."
Het woord "besugo" komt uit het Latijn "lupus", wat "wolf" betekent. Het verwijst naar de vis die vanwege zijn scherpe tanden zo genoemd wordt. De verwijzing naar domheid in de informele zin hangt samen met het beeld van een vis die in de lucht hapert, en dus dom of niet alert lijkt.
Synoniemen - "abadejo" (een andere soort vis) - "pez" (vis in het algemeen)
Antoniemen - "inteligente" (intelligent, in de context van het slanggebruik)
Dit maakt "besugo" een veelzijdig woord in de Spaanse taal, geschikt voor verschillende onderwerpen en gebruikssituaties.