Het woord "bien" is een bijwoord en kan ook als zelfstandig naamwoord worden gebruikt.
De fonetische transcriptie van "bien" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /bjen/.
"Bien" kan vertaald worden als "goed", "wel", "nou", afhankelijk van de context.
In het Spaans betekent "bien" primair "goed" of "wel". Het wordt vaak gebruikt om een positieve evaluatie aan te geven of als een bevestiging in gesprekken. De gebruiksfrequentie is hoog, zowel in gesproken als geschreven context. Het is heel gebruikelijk in dagelijkse gesprekken en in formele teksten.
Es importante hacer bien las cosas.
(Het is belangrijk om de dingen goed te doen.)
Todo va bien en la reunión.
(Alles gaat goed in de vergadering.)
"Bien" komt in verschillende idiomatische uitdrukkingen voor in het Spaans.
Estar bien de la cabeza.
(Bij je volle verstand zijn.)
Ik denk que está bien de la cabeza, a pesar de los rumores.
(Ik denk dat hij bij zijn volle verstand is, ondanks de geruchten.)
Mal que bien.
(Bijna goed / ondanks alles.)
Mal que bien, logramos terminar el proyecto a tiempo.
(Ondanks alles hebben we het project op tijd af kunnen ronden.)
No está bien.
(Het is niet goed.)
No está bien tratar a las personas así.
(Het is niet goed om mensen zo te behandelen.)
Bien por ti.
(Goed voor jou.)
Terminas el curso con buenas notas, ¡bien por ti!
(Je hebt de cursus met goede cijfers afgerond, goed voor jou!)
Het woord "bien" stamt af van het Latijnse woord "bene", dat ook "goed" betekent. Het heeft zijn vorm en gebruik door de eeuwen heen behouden in verschillende Romaanse talen.
Synoniemen: - Bueno (goed) - Correcto (juist)
Antoniemen: - Malo (slecht) - Incorrecto (onjuiste)
Dit biedt een uitgebreid overzicht van het woord "bien" en zijn gebruik in de Spaanse taal.