Het woord "blasfemar" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "blasfemar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /blas.feˈmaɾ/.
De meest gebruikelijke vertalingen van "blasfemar" in het Nederlands zijn "godslasteren" of "blasphemeren".
"Blasfemar" betekent het uitspreken van woorden die als beledigend of ongepast worden beschouwd voor heilige zaken, vaak gerelateerd aan religie. Het wordt gebruikt als een handeling waarbij men respect voor iets of iemand op een ernstige manier schendt, vooral in een religieuze context. Het woord komt vaker voor in geschreven contexten, zoals in literatuur of religieuze teksten, maar kan ook in gesprekken gebruikt worden, vooral in discussies over geloof en religieuze overtuigingen.
Het is niet juist om te godslasteren tegen de overtuigingen van anderen.
Muchas personas creen que blasfemar es un pecado serio.
"Blasfemar" komt vaak voor in zinnen die religieuze of morele kwesties aansnijden. Hier zijn enkele idiomatische uitdrukkingen:
Het is een zonde om te godslasteren, vooral in moeilijke tijden.
La gente se ofendió cuando escuchó a alguien blasfemar en público.
Mensen waren beledigd toen ze iemand in het openbaar hoorden godslasteren.
A veces, el enojo puede llevar a las personas a blasfemar sin pensar.
Het woord "blasfemar" is afgeleid van het Latijnse "blasphemare", dat "smeerlappen" of "beledigen" betekent, met invloeden van het Oud-Franse "blasfemer". In de loop der tijd heeft het woord zijn huidige betekenis in het Spaans aangenomen, gerelateerd aan godslastering en het beledigen van religieuze zaken.
"Blasfemar" heeft dus een sterke religieuze connotatie en wordt vaak met zorg gebruikt in gesprekken en geschriften.