Het woord "bocio" is een zelfstandig naamwoord.
/bot͡ɕio/
In het Nederlands kan "bocio" vertaald worden als "struma" of "schildklierzwelling".
In het Spaans verwijst "bocio" naar een vergroting van de schildklier, meestal als gevolg van een jodiumtekort, wat resulteert in een gezwollen hals. Het gebruik van het woord komt vaak voor in medische contexten, al kan het ook voorkomen in informele gesprekken over gezondheidsproblemen. Over het algemeen wordt het vaker in geschreven context gebruikt, bijvoorbeeld in medische literatuur en rapporten.
La paciente fue diagnosticada con un bocio.
(De patiënte kreeg de diagnose struma.)
El bocio puede ser causado por una deficiencia de yodo en la dieta.
(Struma kan worden veroorzaakt door een gebrek aan jodium in de voeding.)
In het Spaans zijn er niet veel idiomatische uitdrukkingen die direct het woord "bocio" bevatten, maar het woord kan wel figuratief gebruikt worden in gesprekken over gezondheid of welzijn.
Siempre es importante cuidar nuestra salud para evitar problemas como el bocio.
(Het is altijd belangrijk om voor onze gezondheid te zorgen om problemen zoals struma te voorkomen.)
La falta de yodo en la dieta puede acarrear un bocio que podría haberse evitado.
(Het gebrek aan jodium in de voeding kan leiden tot een struma die had kunnen worden voorkomen.)
Het woord "bocio" komt van het Latijnse "bocia", wat ook een verwijzing naar een zwelling in de hals is. De oorsprong van de term is verbonden met vroegere medische beschrijvingen van schildklieraandoeningen.
Synoniemen:
- Struma
- Glándula tiroides aumentada
Antoniemen:
Er zijn geen directe antoniemen voor "bocio", omdat het verwijst naar een medische aandoening zonder een directe tegenstelling.
"Bocio" is een medisch term die belangrijk is in de context van schildkliergerelateerde gezondheidskwesties, vooral in het Spaans. Het wordt voornamelijk gebruikt in geschreven context en in formele medische conversaties.