Het woord "boda" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "boda" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈbo.ða/.
"Boda" betekent "huwelijk" of "bruiloft" in het Nederlands.
"Boda" verwijst naar de ceremonie of viering waarbij twee mensen in het huwelijk treden. In het Spaans wordt het woord vaak gebruikt in de context van sociale evenementen en feesten. De gebruiksfrequentie van "boda" is relatief hoog, vooral in gesproken taal, maar ook vaak in geschreven contexten, zoals uitnodigingen en kaarten.
De bruiloft zal plaatsvinden aanstaande zaterdag.
Estuve en la boda de mi mejor amigo.
In het Spaans zijn er verschillende uitdrukkingen waarin het woord "boda" voorkomt:
Boda de oro
Betekenis: Viering van het 50-jarig huwelijk.
Voorbeeldzin: Celebramos la boda de oro de mis abuelos.
Vertaling: We vierden de gouden bruiloft van mijn grootouders.
Boda de plata
Betekenis: Viering van het 25-jarig huwelijk.
Voorbeeldzin: Este año es la boda de plata de mis padres.
Vertaling: Dit jaar is het de zilveren bruiloft van mijn ouders.
Aportar a la boda
Betekenis: Bijdragen aan de bruiloft.
Voorbeeldzin: Todos quieren aportar a la boda de su hermana.
Vertaling: Iedereen wil bijdragen aan de bruiloft van zijn zus.
Het woord "boda" komt van het Latijnse woord "votum," dat "belofte" of "eedsverklaring" betekent. Dit verwijst naar de plechtigheid van het huwelijk, waarbij zowel de bruidegom als de bruid beloften aan elkaar doen.
Synoniemen:
- Matrimonio (huwelijk)
- Casamiento (trouwen)
Antoniemen:
- Divorcio (scheiding)
- Soltería (vrijgezelstatus)
Met deze secties hopen we een uitgebreid overzicht te hebben gegeven van het woord "boda" in de Spaanse taal.