Het woord "bruma" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "bruma" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /ˈbɾuma/.
"Bruma" kan worden vertaald naar het Nederlands als "mist" of "damp". In sommige contexten kan het ook betekenen "schemering".
In het Spaans betekent "bruma" meestal mist of nevel die 's ochtends of 's avonds voorkomt. Het woord kan figuurlijke betekenissen aannemen, zoals "onduidelijkheid" of "verwarring". "Bruma" wordt vaak gebruikt in zowel geschreven als mondelinge contexten, maar vaker in literatuur of poëzie vanwege de poëtische connotaties.
De mist bedekte de vallei bij zonsopgang.
En la bruma, todo parecía más misterioso.
"Bruma" maakt deel uit van verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans, waarbij het vaak wordt gebruikt om een gevoel van onduidelijkheid of raadselachtigheid uit te drukken.
In de mist van herinneringen verlies ik soms de helderheid.
La bruma del pasado no me deja ver el futuro.
De mist van het verleden laat me de toekomst niet zien.
A veces, la verdad queda oculta en la bruma de las mentiras.
Het woord "bruma" komt van het Latijnse "bruma", wat "de kortste dag" of "winterzonnewende" betekent. De oorsprong van de term duidt op een tijd van het jaar waarin de dagen korter zijn, wat vaak een associatie met mist en kou met zich meebrengt.
Synoniemen voor "bruma" zijn onder andere: - Neblina (nevel) - Niebla (mist)
Antonimen voor "bruma" zijn: - Claridad (helderheid) - Luz (licht)