"Bruto" is een bijvoeglijk naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "bruto" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is [ˈbɾuto].
Het woord "bruto" kan vertaald worden naar het Nederlands als "bruto".
In het Spaans betekent "bruto" meestal "grof", "niet bewerkt" of "zonder belasting". Het wordt vaak gebruikt in de context van financiële termen, zoals bruto-inkomen of brutowinst, waar het verwijst naar bedragen vóór elke aftrek.
De gebruiksfrequentie van het woord "bruto" is hoog, vooral in geschreven en zakelijke contexten, zoals wetgeving, economie en financiën. Het wordt minder vaak in de dagelijkse gesproken taal gebruikt, maar kan ook in conversaties over financiële zaken voorkomen.
Het bruto-inkomen van het bedrijf is dit jaar gestegen.
Su salario bruto es mayor que el promedio en su sector.
In het Spaans komt "bruto" ook in verschillende idiomatische uitdrukkingen voor, meestal gerelateerd aan het idee van iets dat niet verfijnd of ongezuiverd is.
Hij is een kluns in wiskunde, maar zeer intelligent in andere gebieden.
No me gusta su comportamiento bruto en público.
Ik hou niet van zijn grove gedrag in het openbaar.
Aunque parezca bruto, tiene un gran corazón.
Het woord "bruto" komt van het Latijnse "brutus", wat "suf" of "onverfijnd" betekent. Het heeft zijn weg gevonden in vele Romaanse talen, waar het meestal een soortgelijke betekenis houdt.
Synoniemen: - Grosero (grof) - Tosco (ruw)
Antoniemen: - Refinado (verfijnd) - Pulido (glad)