"Bufido" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "bufido" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /buˈfi.ðo/.
In het Nederlands kan "bufido" worden vertaald als "geblaas" of "geblazen geluid". Het is vaak gerelateerd aan het geluid dat een dier, zoals een stier of een varken, maakt.
"Bufido" verwijst naar een geluid dat een bepaald dier maakt, meestal gerelateerd aan het blazen of het nastreven van aandacht. Het woord wordt vaak in informele gesprekken gebruikt en heeft geen formele context. Het wordt voornamelijk gebruikt in gesproken taal, hoewel het ook in schrijven kan voorkomen.
"El bufido del toro asustó a los turistas."
"Het geblaas van de stier schrok de toeristen."
"El bufido del cerdo era muy fuerte."
"Het geblaas van het varken was erg luid."
Het woord "bufido" wordt niet vaak gebruikt in uitgebreide idiomatische uitdrukkingen, maar het kan wel onderdeel zijn van uitdrukkingen die verwijzen naar geluiden of reacties van dieren.
"A lo bufido, el toro se preparó para la embestida."
"Met een geblaas bereidde de stier zich voor op de aanval."
"El bufido de la máquina sonaba como un animal salvaje."
"Het geblaas van de machine klonk als een wild dier."
"Bufido" komt van het Spaanse werkwoord "bufar", wat "blazen" of "zuchten" betekent, in combinatie met de suffix "-ido" dat vaak wordt gebruikt om een gevolg of resultaat aan te duiden.
Synoniemen: Geblaas, gesnuif.
Antoniemen: Stilte, zwijgen.
"Bufido" is dus een woord dat niet al te vaak voorkomt in formele contexten, maar dat gemakkelijk herkenbaar is in alledaagse gesprekken, vooral wanneer het over dieren of specifieke geluiden gaat.