Het woord "busca" is een zelfstandig naamwoord en een werkwoord in vervoegde vorm. In zijn zelfstandige vorm kan het worden aangeduid als een vrouwelijk woord ("la busca"), terwijl het ook de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd van het werkwoord "buscar" (zoeken) is.
De fonetische transcriptie van "busca" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /ˈbus.ka/
"Busca" kan worden vertaald naar het Nederlands als "zoektocht", "zoeken", of "zoek".
In het Spaans verwijst "busca" naar het proces van zoeken naar iets of de actie van het zoeken zelf. Het wordt veel gebruikt in zowel gesproken als geschreven context. De frequentie van gebruik is relatief hoog, vooral in informele spraak, maar ook in juridische teksten waar een zoektocht of onderzoek wordt beschreven.
La busca de soluciones es crucial para el éxito.
(De zoektocht naar oplossingen is cruciaal voor het succes.)
Durante la busca, encontramos información valiosa.
(Tijdens het zoeken vonden we waardevolle informatie.)
Het woord "busca" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen:
En busca de la verdad.
(Op zoek naar de waarheid.)
A la busca de nuevas oportunidades.
(Op zoek naar nieuwe kansen.)
La busca interminable.
(De eindeloze zoektocht.)
Estar en busca de algo.
(In de zoektocht naar iets zijn.)
Buscar la vuelta.
(Zoeken naar een oplossing.)
Het woord "busca" is afgeleid van het werkwoord "buscar", dat teruggaat tot het Latijnse "buscāre". De ontwikkeling van de term omvat implicaties van het actief zoeken naar of op speurtocht zijn naar iets.
Synoniemen:
- búsqueda (zelfstandig naamwoord - zoektoch)
- pesquisa (onderzoek)
Antoniemen:
- hallazgo (ontdekking)
- encuentro (ontmoeting)
Dit is een uitgebreide kijk op het woord "busca" in de Spaanse taal, met bijzondere aandacht voor de betekenissen, gebruikscontexten, en belangrijke uitdrukkingen.