"Calvario" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /kalˈvaɾjo/.
In het Nederlands kan "calvario" vertaald worden als "calvarie" of "kruisweg", afhankelijk van de context. Het kan ook figuratief gebruikt worden om een zwaar lijden of moeite aan te duiden.
In het Spaans verwijst "calvario" oorspronkelijk naar de plaats waar Jezus werd gekruisigd, namelijk Golgotha, ook wel de Calvarieberg genoemd. Het wordt gebruikt om een situatie van hard lijden, ontbering of moeilijkheden aan te duiden. Het term wordt vaak gebruikt in gesproken en geschreven context, meestal in een metaforische zin om de intensiteit van een toestand of ervaring te benadrukken.
Na het verlies van zijn baan werd elke dag een calvarie voor hem.
La enfermedad fue un verdadero calvario para la familia.
"Calvario" wordt in het Spaans gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen en metaforen. Hier zijn een paar voorbeelden:
Het leven is niet altijd gemakkelijk; soms moet je door een calvarie gaan om geluk te bereiken.
Tener un calvario en la vida - Dit betekent "een calvarie in het leven hebben" en verwijst naar langdurige of ernstige problemen.
Veel landen hebben een calvarie in het leven door armoede en geweld.
Convertir su vida en un calvario - Dit betekent "je leven in een calvarie omzetten" en wordt gebruikt om te beschrijven hoe iemand een zware of pijnlijke periode in zijn of haar leven ervaart.
Het woord "calvario" komt van het Latijnse "calvaria," wat "schedel" betekent. Dit verwijst naar de schedelachtige vorm van de heuvel Golgotha, waar volgens de Bijbel de kruisiging van Jezus plaatsvond.
Synoniemen: sufrimiento (lijden), tormento (marteling). Antoniemen: felicidad (geluk), placidez (rust).