Het woord "campar" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "campar" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /kamˈpaɾ/.
In het Nederlands kan "campar" vertaald worden als "kampen". Het kan ook vertaald worden naar "onderdak bieden" of verwijzen naar het organiseren van een kamp.
"Campar" betekent in het Spaans over het algemeen het nemen van onderdak of het opzetten van een kamp. Het wordt vaak gebruikt in de context van militaire operaties, recreatieve activiteiten zoals kamperen of zelfs in sociale bijeenkomsten waarbij mensen samenkomen op een bepaalde locatie. Variaties in gebruik kunnen afhangen van de context, maar het woord is zowel in mondelinge als in geschreven taal aanwezig, met een frequent gebruik in informele settings zoals gesprekken over outdoor activiteiten.
Voorbeeldzinnen:
- Este fin de semana vamos a campar en la montaña.
(Dit weekend gaan we kamperen in de bergen.)
In het Spaans is "campar" niet gebruikelijk in veel idiomatische uitdrukkingen. Echter, het kan worden gebruikt in termen die meer contextueel zijn. Hier zijn enkele voorbeeldzinnen:
Es mejor campar bajo las estrellas que quedarse en casa.
(Het is beter om onder de sterren te kamperen dan thuis te blijven.)
Durante la guerra, los soldados tenían que campar en condiciones difíciles.
(Tijdens de oorlog moesten de soldaten onder moeilijke omstandigheden kamperen.)
Nos gusta campar en la playa durante el verano.
(We kamperen graag op het strand in de zomer.)
Het werkwoord "campar" komt van de Latijnse term "campāre", wat betekent "verdiepen" of "oppervlakte maken". In het Spaans evolueerde het naar "campar" en kreeg het de betekenis van het opzetten van een kamp of het bieden van onderdak.
Synoniemen: - Acampar (kamperen) - Estacionar (parkeren, in de context van het tijdelijk opzetten)
Antoniemen: - Desalojar (ontzetten, in de context van het verlaten van een kamp of verblijf)
Deze structuur biedt een uitgebreide blik op het woord "campar" in de Spaanse taal, zijn gebruik en betekenis.