"Candelaria" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "candelaria" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: [kandeˈlaɾja].
"Candelaria" kan in het Nederlands vertaald worden als "Candelaria". Het verwijst ook vaak naar het feest van de "Candelaria" of in sommige contexten naar een type kaars.
In de Spaanse taal heeft "candelaria" vooral religieuze en culturele betekenis. Het verwijst naar feestelijke vieringen, voornamelijk de Maagd van Candelaria (Virgen de la Candelaria), die in veel Latijns-Amerikaanse landen wordt geëerd op 2 februari. Het woord kan ook betrekking hebben op de bijbehorende elementen, zoals kaarsen of lichten die worden gebruikt tijdens deze vieringen. De gebruiksfrequentie is hoog in religieuze contexten en schriftelijke documenten, vooral tijdens of voor de vieringen.
De viering van de Candelaria vindt plaats op 2 februari.
En muchas ciudades de América Latina, la Candelaria es un evento importante en el calendario religioso.
"Candelaria" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar het kan worden opgenomen in zinnen die betrekking hebben op religieuze praktijken of culturele vieringen. Enkele voorbeeldzinnen:
Het licht van de Candelaria verlicht onze hoop.
Durante la Candelaria, la comunidad se une para celebrar juntos.
Tijdens de Candelaria komt de gemeenschap samen om samen te vieren.
Las velas en la Candelaria representan fe y devoción.
Het woord "candelaria" komt van het Latijnse "candelaria", wat "kaars" betekent, en is gerelateerd aan "candelam", de accusatief van "candela". Het is afgeleid van het woord "candela", dat "kaars" betekent. Deze oorsprong verwijst naar de traditie van licht en kaarsen die geassocieerd zijn met de viering.
Er zijn geen directe antoniemen voor "candelaria" in de specifieke religieuze of culturele context. In bredere zin zou men kunnen denken aan "oscuridad" (donkerte) als het tegenovergestelde van licht, dat een belangrijk aspect van de viering is.