Het woord "canina" is een bijvoeglijk naamwoord in het Spaans. Het verwijst meestal naar iets dat verband houdt met honden of tot de familie van de honden behoort.
De fonetische transcriptie van "canina" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /kaˈnina/.
"Canina" kan in het Nederlands worden vertaald als "hondachtig" of "van de hond".
In het Spaans verwijst "canina" naar dingen die met honden te maken hebben. Het wordt vaak gebruikt in contexten die betrekking hebben op de dieren zelf, maar kan ook figuurlijk worden gebruikt om eigenschappen van honden aan te duiden, zoals loyaliteit of vriendschap. De frequentie van gebruik is redelijk hoog, zowel in gesproken als in geschreven context, vooral in gesprekken over huisdieren of dieren in het algemeen.
De hondengeneeskunde is belangrijk voor de gezondheid van onze huisdieren.
Él trabaja en un centro de rescate canina.
In het Spaans zijn er verschillende uitdrukkingen waar "canina" in voorkomt:
"Het hondenleven is eenvoudiger dan het mensenleven."
"Refugio canina" - Dit verwijst naar een hondenasiel, een plaats waar honden worden opgevangen.
"Zij doneert elke maand geld aan het hondenasiel."
"Necesidades caninas" - Dit verwijst naar de behoeften van honden.
Het woord "canina" is afgeleid van het Latijnse woord "caninus," wat "van een hond" of "hondachtig" betekent. Dit is zelf weer afgeleid van "canis," wat "hond" betekent.
Synoniemen: - Perro (met betrekking tot honden) - Canino (in een meer algemene zin)
Antoniemen: - Felino (verwijst naar katten, als tegenhanger van honden) - Humano (verwijst naar mensen, als tegenhanger)