"Capucho" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "capucho" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /kaˈput͡ʃo/.
"Capucho" verwijst meestal naar een kap of capuchon van een kledingstuk, zoals een jas of trui. Het wordt vaak gebruikt om de bedekking van het hoofd en deel van het gezicht te beschrijven die bescherming biedt tegen kou of regen. Dit woord heeft een gemiddelde frequentie in het Spaans en kan zowel in gesproken als geschreven context worden aangetroffen, waarbij de gesproken context iets gebruikelijker is in dagelijkse conversaties.
"Ik draag graag de kap op wanneer het koud is."
"El capucho de su chaqueta es muy cálido."
Hoewel "capucho" niet bijzonder veel voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, is het niet ongebruikelijk in bepaalde contexten. Hier zijn enkele voorbeelden:
"Toen het begon te regenen, zette ik de capuchon op."
"Cubrirse con el capucho" - Dit betekent "beschermen met de capuchon."
Het woord "capucho" heeft zijn oorsprong in het Latijnse "cappa," wat "cape" of "mantel" betekent. Het verwijst naar een soort bedekking of kleed dat typisch hoofd en schouders bedekt, en het is door de geschiedenis heen geëvolueerd om specifiek de kap van jassen en truien te beschrijven.
Synoniemen: - Capucha (een ander woord voor capuchon en wordt vaak als synoniem gebruikt) - Tapa (hoewel het meer algemeen is en niet specifiek voor kappen gebruikt wordt)
Antoniemen: - Descubierto (ontbloot of onbedekt) - Sin capucha (zonder capuchon)